In een brief aan zijn muze Georgina Julia Laura van Dijk (1835-1914) benoemde Bilders de vergankelijkheid van ‘alle menschen werk’, al hintte hij in dezelfde brief ook over het belang van zijn ‘krabbels’ voor het nageslacht. Bilders schreef deze brief op 1 september 1868, gezeten op een bankje in de tuin van de toenmalige herberg het Wapen van Gelderland in Vorden, nu Hotel Bakker.
In de brief koppelde Bilders zijn liefde voor Van Dijk aan de wordingsgeschiedenis van een groot schilderij van Huis Vorden, waarin zij als muze een rol speelde. Georgina van Dijk was zelf ook kunstschilder en woonde met haar familie in Huis ‘t Velde in Warnsveld.